Alphense Geschiedenis
De huidige gemeente Alphen aan den Rijn kende in de Romeinse tijd twee belangrijke legerplaatsen (‘castella’): Nigrum Pullum (bij Zwammerdam) en Albanianae (in Alphen aan den Rijn). De Romeinse legerplaatsen lagen langs de Oude Rijn aan de Romeinse rijksgrens. Met de Germaanse invallen in de vierde eeuw verdween de Romeinse militaire aanwezigheid. Dat Albanianae later onder de naam Alfna weer opduikt, lijkt te duiden op een ononderbroken bewoning.
Middeleeuwen
Al in de negende eeuw werd op het terrein van het oude castellum te Alphen een kerk gebouwd. Ook bestond rond die tijd de nederzetting Svadenburg, het latere Zwammerdam. Pas in het begin van de dertiende eeuw komen we ook de plaats Arlendervene (Aarlanderveen) tegen, en later diezelfde eeuw het dorp Oudshoorn. De moerassige veengronden in de omgeving werden veelal in de middeleeuwen ontgonnen.
Kaart uit 1687 van de regio
Wateroverlast
In de zestiende eeuw kregen de inwoners van Alphen, Aarlanderveen en Oudshoorn regelmatig te maken met wateroverlast doordat dijken doorbraken of opzettelijk werden doorgestoken (zoals tijdens het beleg van Leiden in 1574). Ook inklinking van de grond, veroorzaakt door de lokale turfwinning, droeg bij aan toenemende wateroverlast. Eind achttiende eeuw begon men de ontstane waterplassen droog te leggen.Economie
De Oude Rijn was van groot belang: het transport over de rivier zorgde voor veel economische activiteit en werkgelegenheid, zeker toen in 1664 een trekschuit ging varen tussen Utrecht en Leiden. Vóór de komst van de industrie (vanaf 1860) waren de belangrijkste bronnen van inkomsten in de dorpen: landbouw, veenderij, nijverheid en transport en handel.
