Rechter acht niet alles bewezen, maar gaat alsnog mee met de eis: twee inbrekers Boskoopse juwelier de cel in

Bron: AD Groene Hart

De 24-jarige R.K. uit Waddinxveen is vrijdag door de Haagse rechtbank veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf voor een inbraak bij een juwelier in Boskoop. De man werd bovendien schuldig bevonden aan twee woninginbraken in Boskoop en Lexmond, een poging daartoe en het bezit en dealen van drugs. Zijn 31-jarige medeverdachte K.B. uit Benthuizen kreeg 33 maanden celstraf opgelegd.

Bij de inbraak in juwelierszaak Robert den Haag aan de Koninginneweg werd vorig jaar in de vroege ochtend van 2 januari voor ruim 21.000 euro aan sieraden en horloges buitgemaakt door twee daders.

De rechtbank acht bewezen dat K. buiten de winkel bij een motorscooter de wacht hield, terwijl een mededader in de winkel zijn slag sloeg na het forceren van het rolluik met een krik. Deze man is al eerder veroordeeld tot een jaar celstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk.

Woninginbraken

Op basis van chatberichten en zendmastgegevens vond de rechtbank ook bewezen dat de Waddinxvener vorig jaar januari had ingebroken in twee woningen in Boskoop en Lexmond, en een poging daartoe in Meerkerk. Daarnaast stond voor de rechtbank vast dat de man in het eerste halfjaar van 2021 drugs had gedeald. Bij een huiszoeking was bij K. 150 gram heroïne en 50 gram cocaïne aangetroffen.

De 31-jarige K.B. uit Benthuizen had volgens de rechtbank een coördinerende en aansturende rol bij de inbraken bij de juwelier en de woning in Boskoop. Bovendien zou hij samen met K. drugs hebben gedeald. ,,Ik heb daar niks over te vertellen”, antwoordde de man tijdens de rechtszaak standaard op alle verdenkingen jegens hem, maar voor de rechtbank staat vast dat hij de gebruiker was van diverse telefoonnummers en telefoons die door de politie aan hem worden gelinkt.

Geldbedragen

De man ging wel vrijuit voor het beramen van een inbraak bij een juwelier in Den Bosch. Ook sprak de rechtbank hem vrij van het witwassen van contante geldbedragen van 9500 euro en 12.500 euro die in maart 2020 en juni 2021 bij hem thuis waren gevonden.

Volgens het Openbaar Ministerie ging het om crimineel geld, maar de rechtbank vond dat onvoldoende onderzoek was gedaan naar de herkomst. Volgens B. was het geld van zijn vriendin: het zou om een schade-uitkering van de verzekering en een lening voor haar zaak gaan.

Hoewel de rechtbank in de zaak van de Benthuizenaar minder feiten bewezen achtte dan de officier van justitie, zag ze daarin geen reden om van de eis af te wijken. Ook K. werd overeenkomstig de eis veroordeeld tot 36 maanden cel.

Geen reacties

Geef een reactie