Rik B. definitief schuldig aan moord op zakenpartner Aldrik, deel van zaak moet over
Bron: AD Groene Hart
De veroordeling van Rik B. (59) uit Alphen voor het doden van zijn zakenpartner Aldrik Frik (54) is definitief. Dat heeft de Hoge Raad dinsdag bepaald. Wel moet een deel van de strafzaak opnieuw worden behandeld door een gerechtshof en gaat er een half jaar af van zijn straf vanwege de lange duur van de zaak.
Het deel van de zaak dat over moet, draait om de schadevergoeding van bijna vier ton, een bedrag van overlijdensschade waar de partner van Frik om had gevraagd omdat met zijn overlijden ook zijn inkomen wegviel. De strafzaak wordt nu teruggewezen naar het hof om alleen op het punt van de schadevergoeding opnieuw te worden behandeld en beoordeeld.
De Hoge Raad haalt alleen op dat punt een streep door de uitspraak van het gerechtshof. Feit blijft dat B. wordt veroordeeld voor moord. Daarvoor werd een straf van zeventien jaar cel uitgedeeld door het hof en daartegen kwam B. in het geweer. De man heeft altijd bij hoog en bij laag ontkend, maar vast staat nu dat hij in de ochtend van 3 augustus 2018 zijn 54-jarige zakenpartner met geweld om het leven bracht in het bedrijfspand van hun vertaalbureau.
Fors
De Hoge Raad matigt B.’s celstraf met een half jaar tot zestien jaar en zes maanden vanwege de lange duur van de strafzaak. Na de uitspraak van de Hoge Raad, deze dinsdag, is geen beroep meer mogelijk. De uitspraak is in lijn met het advies dat de advocaat-generaal uitbracht in januari, om de veroordeling in stand te houden en de straf iets te minderen vanwege de duur van de procedure. B. vroeg de Hoge Raad om naar de zaak te kijken, omdat het hof het niet eens was met de rechtbank: volgens het gerechtshof was Frik niet in een opwelling om het leven gebracht, maar volgens een vooropgezet plan. Daarmee is sprake van moord.
De schadevergoeding die zijn partner eiste, werd door het hof volledig toegewezen. Maar deze rechters hebben niet goed gemotiveerd waarom zij het de juiste beslissing vonden om dat te doen, stelt de Hoge Raad - de hoogste rechter in Nederland in onder meer strafzaken - vast.
Het bedrag is gebaseerd op een betrouwbare berekening van een fiscalist, maar B.’s advocaat nam niet het initiatief om een tegenonderzoek op touw te zetten. Dus daarom kon vanuit de kant van de 59-jarige alleen in zijn algemeenheid worden gezegd dat het bedrag waarom wordt gevraagd, fors is en de berekening eenzijdig. Op het bedrag van vier ton valt misschien wel wat af te dingen, omdat het de laatste jaren slechter ging met het bedrijf van Frik. Volgens de Hoge Raad wil het nog niet zeggen dat een bedrag - de bijna vier ton - klopt als de rekenmethode juist was.
Bloedspatten
B. heeft altijd gezegd dat hij niets met het overlijden van zijn zakenpartner te maken heeft gehad en dat hij hem alleen dood vond en vervolgens snel 112 heeft gebeld. B. was die dag echter eerder dan anders in het Alphense bedrijfsgebouw. Dat kwam naar voren uit rechercheonderzoek naar zijn autosleutel, de locatiegegevens van zijn telefoons en de beelden van camera’s met zicht op de route.
Volgens het hof heeft B. Frik daarna, terwijl die laatste nietsvermoedend met koffie in zijn hand de trap opliep, gewurgd en met een bijl op zijn hoofd geslagen. Op de kleding van B. zaten bloedspatten en zat weefsel. Daarvoor heeft de man nooit een goede verklaring kunnen geven.
Volgens het hof bereidde B. het ombrengen van Frik bewust voor. Omdat hij veel vroeger dan gebruikelijk naar zijn werk was gereden en zowel een bijl als een onkruidwieder en een stuk touw gebruikte: spullen die hij op verschillende plekken in het gebouw heeft moeten pakken. Dus had hij de tijd om na te denken. Volgens de Hoge Raad was het oordeel van het hof om de man te veroordelen voor moord niet onjuist.