Oud-Alphenaar Pieter K. mag geen rechters meer wraken in zaak rond vermeende verduistering

ALPHEN AAN DEN RIJN / DEN HAAG – Oud-Alphenaar Pieter K., een voormalig prominent figuur in coronacritische kringen, mag in zijn strafzaak rond verduistering niet langer pogingen doen om rechters te wraken. Dat heeft de wrakingskamer van de rechtbank in Den Haag recentelijk bepaald, waarmee een herhaald patroon van vertragingen in het proces doorbroken lijkt te worden.
Pieter K. verwierf landelijke bekendheid als zelfverklaard 'internetpastor' en als gezicht van de zogenoemde Buitenparlementaire Onderzoekscommissie (BPOC), die tijdens de coronapandemie kritisch was op het regeringsbeleid. Hij wordt er door het Openbaar Ministerie van verdacht dat hij tonnen aan donaties, die bedoeld waren voor de activiteiten van de BPOC, voor persoonlijk gewin heeft gebruikt.
Herhaalde wrakingsverzoeken
De inmiddels slepende rechtszaak wordt al maandenlang vertraagd, onder meer doordat K. meermalen probeerde om de rechters in zijn zaak te wraken. Volgens hem zouden zij zich ‘vooringenomen’ hebben opgesteld. Het meest recente verzoek daartoe werd medio mei gedaan, maar is door de wrakingskamer inmiddels definitief afgewezen. Volgens de rechters ontbreekt het aan een solide onderbouwing voor de beschuldiging van partijdigheid.
Daarmee is Pieter K. door de rechtbank nu de mogelijkheid ontnomen om verder te proberen zijn rechters uit de zaak te laten zetten. De wrakingskamer maakt hiermee duidelijk dat de grenzen van toelaatbare procesvoering zijn bereikt.
Donatiegeld voor privégebruik
Volgens het Openbaar Ministerie zou Pieter K. aanzienlijke bedragen hebben verduisterd die via donateurs bij de BPOC binnenkwamen. In plaats van het geld te besteden aan het beoogde doel – het juridisch aan de kaak stellen van het coronabeleid van het kabinet-Rutte – zou K. het geld onder meer hebben gebruikt voor het aflossen van persoonlijke schulden en het financieel ondersteunen van familieleden.
K. zelf ontkent de beschuldigingen, al erkende hij in eerdere politieverhoren wel een deel van de feiten. Later verklaarde hij dat hij tijdens die verhoren psychisch niet in balans was en dat zijn verklaringen daarom niet betrouwbaar zijn. Hij wil, naar eigen zeggen, ‘elke vraag van de rechercheurs opnieuw beantwoorden’.
Strafzaak blijft voorlopig uitgesteld
De inhoudelijke behandeling van de strafzaak heeft nog altijd niet plaatsgevonden. K. heeft om ten minste zes maanden voorbereidingstijd gevraagd, ondanks het feit dat hij een advocaat heeft. Hij stelt dat hij zichzelf wil verdedigen en daarvoor ruim de tijd nodig heeft. De rechtbank vond één maand voorbereiding voldoende.
Tijdens een eerdere zitting dit jaar presenteerde K. zich fel en stelde dat hij in 2023 op gewelddadige wijze door de politie uit zijn woning was gehaald. Hij vergeleek de manier waarop hij werd gearresteerd met de aanpak van zware criminelen zoals Ridouan Taghi. Die vergelijking werd door de rechtbank als buitenproportioneel beschouwd.
Wanneer de strafzaak nu daadwerkelijk inhoudelijk zal starten, is nog niet bekend. Wel lijkt de weg nu vrij om het proces voort te zetten, zonder verdere vertraging door wrakingsverzoeken.
