ALPHEN AAN DEN RIJN – Schelden, schreeuwen, intimideren en soms zelfs bedreigen: voor NS-conducteur Priscilla van Barlingen uit Alphen aan den Rijn is het dagelijkse kost. “Soms hoef je alleen maar ‘goeiemorgen’ te zeggen en ben je de pineut”, vertelt ze in gesprek met Rijnmond.
Tijdens de coronaperiode begon Priscilla aan haar opleiding bij de NS en kreeg ze direct te maken met weerstand. “Alleen al vragen of iemand een mondkapje wilde opzetten, kon leiden tot een scheldkanonnade. Normen en waarden waren soms ver te zoeken.”
Sindsdien ziet ze de agressie alleen maar toenemen. “Van pubers tot opa’s en oma’s — het zit in alle lagen van de samenleving. De boosheid richt zich vaak op de NS, maar in dat uniform zit ook gewoon een mens.”
Bedreigingen en persoonlijke beledigingen
Priscilla vertelt hoe een rustige controle uit de hand liep. “Een man was niet ingecheckt voor een rit van nog geen drie euro. Voor ik iets kon uitleggen, werd ik compleet uitgescholden.” Ook ouderen kunnen fel reageren: “Twee dames van in de tachtig vergeleken me met een nazi omdat ik vroeg hun fietstassen te verwijderen. Dat raakte me echt.”
Soms schuilt er volgens haar een ander verhaal achter agressie. Ze herinnert zich een man die na een woede-uitbarsting in tranen uitbarstte. “Ik zag pure wanhoop in zijn ogen. Hij had hulp nodig, niet alleen een boete.”
Agressie neemt toe
Volgens het jaarverslag van de NS over 2024 is het aantal medewerkers dat letsel opliep door agressie fors gestegen. “En dan wordt niet eens alles gemeld,” zegt Priscilla. “Mensen zijn meldingsmoe; bedreigingen en beledigingen zijn de dagelijkse realiteit geworden.”
Als vakbondslid van de FNV zet Priscilla zich in voor meer veiligheid voor spoorpersoneel — zelfs op Europees niveau. Vorig jaar liep ze een tocht van 500 kilometer om aandacht te vragen voor agressie in het ov.
“Slechte voorbeeldfunctie van de politiek”
Ook politici hebben volgens haar een rol: “Als mensen op tv zien hoe politici elkaar uitschelden, hoe kun je dan verwachten dat ze zich in de trein netjes gedragen? Het begint bij respect tonen.”
Ondanks alle incidenten houdt Priscilla van haar werk. “Ik heb elke dag leuke gesprekken en vriendelijke reizigers. Zolang ik die momenten blijf meemaken, blijf ik met plezier werken.”
Ze besluit met een veelzeggende anekdote: “Vijf jongens zonder kaartje werden agressief, maar twee andere reizigers schoten me te hulp. Eén van hen had zelf geen kaartje en vroeg daarna om een boete. Dat vond ik zó bijzonder — iemand die z’n fout toegeeft, maar wél opkomt voor een ander. Dat geeft hoop.”

