Onrust over zero-emissiezone Alphen: duidelijkheid of politiek spel?

ALPHEN AAN DEN RIJN – De discussie over de invoering van een zero-emissiezone (ZE-zone) in Alphen-stad zorgt voor politieke spanningen, frustratie bij ondernemers en verdeeldheid in de gemeenteraad. Wethouder Gert van den Ham (duurzaamheid) heeft aangekondigd dat de invoering wordt uitgesteld tot 1 januari 2027, en dat er een nieuw onderzoek komt naar een kleinere variant van de zone. Maar die verduidelijking roept vooral nieuwe vragen op.
Toezegging of tactiek?
Tijdens het in ontvangst nemen van een petitie tegen de ZE-zone op 22 mei beloofde de wethouder dat de invoeringsdatum wordt verschoven. Die toezegging is bevestigd in een brief aan de raad. Onduidelijker is zijn uitspraak dat de zone "aanzienlijk kleiner" wordt. In de brief is daarover slechts sprake van een nader onderzoek.
De gemeente moet bij het instellen van een ZE-zone een formeel verkeersbesluit nemen, wat alleen mogelijk is op basis van onderbouwd onderzoek. Omdat het oorspronkelijke plan – een grote zone – wordt aangepast, is nieuw onderzoek noodzakelijk. “We moeten zorgvuldig zijn en alles juridisch goed onderbouwen,” aldus Van den Ham.
Kritiek: "Politiek gekonkel"
Ronald Steenkist, indiener van de petitie en vertegenwoordiger van bezorgde inwoners en ondernemers, noemt de gang van zaken “typisch politiek gekonkel.” Hij vreest dat een kleinere zone alsnog zal leiden tot een ongelijk speelveld binnen de stad. “Als sommige wijken buiten de zone vallen en andere niet, dan ontstaat er oneerlijke concurrentie.”
Ook de kosten zijn volgens Steenkist een probleem: “De investering in camera’s en elektrische voertuigen is enorm, terwijl de gemeente al met tekorten kampt. Er moet met feiten bewezen worden wat het oplevert, niet met theoretische modellen.”
Verdeelde gemeenteraad
De gemeenteraad is verdeeld. Waar partijen als GroenLinks en Nieuw Elan het onderzoek logisch vinden, zijn anderen uitgesproken kritisch.
-
VVD-raadslid Jeroen Matthijssen noemt het “bewuste verwarring zaaien” en spreekt van een “opgestoken middelvinger” richting tegenstanders van het plan.
-
Ank de Groot (RGL) noemt het “paniekvoetbal” en eist een publieke uitleg van de wethouder tijdens de raadsvergadering in juni.
-
Nieuw Elan benadrukt dat hun standpunt afhangt van de resultaten van het onderzoek: “Als het effect van een kleine zone niet opweegt tegen de kosten, moeten we dat durven erkennen.”
Effectiviteit op losse schroeven
Een cruciale vraag is wat het onderzoek zal opleveren. Wat als blijkt dat een kleinere ZE-zone nauwelijks milieuwinst oplevert? Wethouder Van den Ham zegt dat het college verwacht dat het wél mogelijk is. Maar hij laat ook ruimte voor een ander scenario: “Mocht het onderzoek ongunstige resultaten tonen, dan is het aan college en raad om daar conclusies aan te verbinden.”
De VVD ziet dan weinig anders dan “dure symboolpolitiek”, en ook RGL en Nieuw Elan zetten vraagtekens bij de effectiviteit van een afgeslankte zone.
Politieke timing?
Tegenstanders vermoeden dat de wethouder de kwestie bewust richting de verkiezingen van 2026 wil schuiven. “Het lijkt er sterk op dat dit dossier wordt vertraagd tot na de verkiezingen,” aldus De Groot. “De kans dat er voor het einde van het jaar een besluit ligt, lijkt klein.”

Leer mij misbaksel als De Jeu en Breeuwsma kennen...