Alphians vreest doodsteek door forse huurverhoging gemeente

ALPHEN AAN DEN RIJN – Honk- en softbalvereniging Alphians luidt de noodklok over de plannen van de gemeente Alphen aan den Rijn om de huurprijzen van sportaccommodaties flink te verhogen. Volgens het bestuur zou de club in vijf jaar tijd 77 procent meer huur moeten betalen. Voorzitter Jeroen Langelaar spreekt van een onmogelijke situatie: “Dit kunnen wij niet opbrengen. We voelen ons niet gehoord.”
Nieuwe beleidsplannen
De gemeente werkt aan een nieuw sportaccommodatiebeleid, waarin afspraken over onderhoud en financiën met alle sportverenigingen worden vastgelegd. Daarbij wil zij het huurbeleid gelijk trekken voor alle clubs. Voor kleinere verenigingen, zoals Alphians, pakt dit volgens Langelaar veel zwaarder uit dan voor grotere sportclubs.
“Het klinkt nobel, maar het heeft ongelijke uitkomsten. Grote clubs kunnen dit wellicht opvangen, maar voor ons betekent het dat we contributies flink moeten verhogen. Dan vallen er kinderen buiten de boot, omdat ouders het niet meer kunnen betalen,” aldus de voorzitter.
Gesprekken zonder resultaat
Alphians probeert al maandenlang met de gemeente tot een oplossing te komen, maar zonder resultaat. Een door de vereniging gedaan tegenvoorstel werd afgewezen. Inmiddels ligt er opnieuw een afspraak met de gemeente op 29 september. Langelaar: “We hopen dat de gemeente ons nu eens tegemoetkomt, want tot nu toe zijn onze zorgen niet serieus genomen.”
Vergelijking met andere gemeenten
Volgens Alphians betaalt de vereniging nu al relatief veel voor de velden in Alphen aan den Rijn. Bovendien laat de kwaliteit van de velden volgens het bestuur te wensen over. “Andere gemeenten zijn goedkoper, terwijl de voorzieningen daar soms beter zijn. Het is voor ons niet uit te leggen dat de kosten hier zo hoog zijn,” stelt Langelaar.
Oplossing gezocht
Ondanks de spanningen blijft Alphians naar eigen zeggen bereid tot overleg. “We zijn niet onwelwillend. We willen graag meedenken, maar het moet wel haalbaar zijn voor onze leden. Hopelijk kunnen we alsnog tot een redelijke oplossing komen.”
