Waarom blijft het onderzoek naar wethouder Breeuwsma stil?
Wethouder Breeuwsma. Foto: CDA
Een bezorgde lezer van onze site – die anoniem wil blijven – wijst op een vraag die al maanden boven de Alphense politiek hangt: wat is er gebeurd met het onderzoek naar wethouder Relus Breeuwsma?
In juni berichtten de media dat het onderzoek “bijna afgerond” zou zijn. Inmiddels zijn we ruim een half jaar verder. De verkiezingen naderen, er zijn rapporten over bestuurlijk falen verschenen en de gemeentepolitiek draait op volle toeren. Maar over dit specifieke onderzoek blijft het opvallend stil.
Het gaat om een strafrechtelijk onderzoek dat is gestart na een aangifte van oud-wethouder Anouk Noordermeer wegens aanranding. Eind mei werd de zaak publiek bekend. Destijds bevestigden politie en Openbaar Ministerie (OM) dat het onderzoek in de afrondende fase zat. “Zo goed als klaar,” zei een woordvoerder van het OM.
Sindsdien is er geen inhoudelijke update verschenen. Geen besluit, geen sepotmelding, geen aankondiging van vervolging, en ook geen verklaring voor de vertraging. Voor buitenstaanders – en dus voor burgers – lijkt het alsof het dossier ergens “in een lade” is verdwenen.
Waarom duurt het zo lang?
Dat politie en OM terughoudend zijn in hun communicatie is op zich begrijpelijk. Strafrechtelijke onderzoeken kennen strikte regels, privacybescherming speelt een grote rol en tussentijds commentaar is vaak niet toegestaan.
Toch blijft het gevoel bij veel burgers dat er te weinig transparantie is. Juist omdat het om een publieke bestuurder gaat, ligt de lat voor duidelijkheid hoger. Het gaat hierbij niet om details uit het dossier, maar om inzicht in het proces: loopt het onderzoek nog, wordt er binnenkort een beslissing genomen, en wanneer wordt die openbaar gemaakt?
De rol van de lokale pers
Volgens de anonieme lezer had de lokale pers hier veel actiever op moeten doorvragen. “Waarom wordt er lijdzaam afgewacht tot ‘de hoge heren’ beslissen dat het moment van informeren is aangebroken?” schrijft de lezer.
Journalistiek kan en moet deze stilte doorbreken. Het herhaaldelijk vragen naar termijnen en het benadrukken dat afwezigheid van informatie óók een keuze is, kan bijdragen aan vertrouwen in bestuur en rechtstaat. Zeker in aanloop naar de verkiezingen is dat cruciaal.
Transparantie als plicht
Niemand vraagt om een oordeel over de uitkomst of om details uit het dossier. Het gaat om iets eenvoudigs: duidelijkheid over het proces. Is het onderzoek afgerond? Ligt het bij het OM? Wordt er vervolgd, of niet? En zo niet: wanneer wordt dat bekendgemaakt?
Zolang die vragen onbeantwoord blijven, blijft ook het ongemak bestaan. Het is een herinnering dat in een democratie stilte zelden onschuldig is, en dat transparantie geen gunst, maar een plicht is.