ALPHEN AAN DEN RIJN – Sinds zijn aantreden op 19 maart als wethouder van het Sociaal Domein, heeft Gert-Jan Schotanus te maken gekregen met een zorgwekkend en complex jeugdzorgdossier in Alphen aan den Rijn. In een openhartig interview spreekt hij over zijn zorgen, de organisatorische chaos, de impact op kwetsbare kinderen en de grote opdracht die voor hem ligt: het herstellen van vertrouwen, zowel intern als extern.
Angst voor wat nog komt
De nieuwe wethouder windt er geen doekjes om: de situatie binnen de Alphense jeugdzorg is ernstig. ‘Mijn grootste zorg is de angst voor wat er nog boven tafel gaat komen’, zegt Schotanus. ‘Ik weet nog niet of ik alles scherp in beeld heb.’ De menselijke kant van het werk grijpt hem zichtbaar aan. ‘Achter ieder dossier zit een kind, een naam, een leven. Dat is soms een loden last. Ik heb er echt nachten wakker van gelegen.’
Grote problemen, weinig overzicht
Sinds zijn aantreden zijn er meerdere knelpunten aan het licht gekomen: financiële tegenvallers, verstoorde samenwerkingen in de regio, problemen binnen het project JeugdHulpLooptDoor (JHLD), een moeizame relatie met jeugdzorgaanbieder Oog voor Thuis en zelfs persoonlijke conflicten binnen de organisatie. Schotanus en zijn team proberen nu met spoed overzicht te krijgen en besluiten te nemen over onder meer financiën en opvanglocaties.
Verweesde organisatie
De wethouder trof een organisatie aan die zwaar te lijden had gehad onder gebrek aan bestuurlijke leiding. ‘Wat ik aantrof, was een verweesde organisatie. Er was sprake van cynisme, onverschilligheid, intimidatie en wanbestuur.’ Die conclusie wordt ondersteund door een rapport van adviesbureau KokxDeVoogd en een interne brief van waarnemend gemeentesecretaris Flora van den Berg.
Volgens Schotanus lag het probleem onder meer in het ontbreken van sturing vanuit de vorige wethouder, terwijl er tegelijkertijd te veel bemoeienis was met de uitvoering. ‘Dat is een gebrek aan rolvastheid. Als wethouder moet je politieke kaders stellen, niet op de stoel van de uitvoerder gaan zitten.’
Nieuw vertrouwen in ambtelijke deskundigheid
Inmiddels heeft Schotanus bijna alle ambtenaren gesproken. ‘Ik neem mijn verantwoordelijkheid als bestuurder, maar ik moet kunnen vertrouwen op de deskundigheid van de mensen in de organisatie. Wat zij weten, kan ik niet allemaal weten. Besluiten worden dan ook genomen in samenwerking met hen.’
Verslechterde regionale samenwerking
Niet alleen intern was er sprake van verwijdering: ook op regionaal niveau liep de samenwerking stroef. ‘Alphen aan den Rijn heeft zich de afgelopen jaren steeds verder teruggetrokken uit de regio’, stelt Schotanus. Omdat jeugdzorgspecialismen wettelijk op regionaal niveau geregeld worden, leidt dit tot extra kosten en complicaties. Nu wordt de samenwerking met zowel Holland-Rijnland als gemeenten als Kaag en Braassem en Nieuwkoop hersteld. ‘We horen er weer bij, en we willen elkaar versterken.’
Problemen met GO!-dossiers en JHLD
Een pijnpunt is het beheer van de oude dossiers van jeugdzorgaanbieder GO!. Volgens Schotanus is er destijds een verkeerde keuze gemaakt door deze binnen het gemeentehuis af te handelen. ‘Het inrichten van JeugdHulpLooptDoor (JHLD) binnen de ambtelijke organisatie om deze dossiers weg te werken, was geen logische zet. Het was alsof je je fiets naar de schoenmaker brengt.’
De inspectie (IGJ) plaatste JHLD in maart onder verscherpt toezicht wegens het ontbreken van een duidelijk plan, visie en termijn. Inmiddels is het project per 1 juli ondergebracht bij Oog voor Thuis. ‘Er is nu een professionele aanpak en de bereikbaarheid is al verbeterd. Naast een e-mailadres is er nu ook gewoon een telefoonnummer’, zegt Schotanus met een vleugje ironie.
Grip op Jeugdhulp
Om structureel te verbeteren is het programma Grip op Jeugdhulp gestart. De hele jeugdzorg moet uiterlijk februari 2026 op orde zijn. ‘Dat is ambitieus en er zijn risico’s dat we dat niet volledig halen. Maar de koers is nu goed en er wordt professioneel gewerkt.’
Politiek bepaalt ‘wat’, zorgorganisatie ‘hoe’
Uit een recente quickscan van KokxDeVoogd blijkt dat er duidelijke rolverdelingen nodig zijn. De politiek moet zich richten op het wat, de uitvoering op het hoe. Daarnaast werden persoonlijke verhoudingen als ernstig verstoord bestempeld.
Schotanus benadrukt dat het uiteindelijke doel altijd helder moet zijn: geen enkel kind mag de dupe worden van bestuurlijk falen. ‘We weten nog niet of al onze aannames kloppen. Maar we moeten zorgen dat we ieder kind in beeld hebben, en dat er vertrouwen is bij de mensen die de zorg uitvoeren. Daar draait het om.’
Conclusie: De jeugdzorg in Alphen aan den Rijn staat voor een ingrijpende hersteloperatie. Onder leiding van Gert-Jan Schotanus worden fundamentele fouten aangepakt, wordt de regionale samenwerking hersteld en keert het vertrouwen stap voor stap terug. Maar de weg is lang en onzeker. ‘We zijn nog niet klaar, maar we weten in elk geval waar we naartoe moeten: betere zorg voor de kinderen die op ons rekenen.’