COLUMN — De ondergang van De Hoorn: politieke lafheid verpakt als beleid
Foto: Ter illustratie (AI)
Er is iets geks aan de hand in Alphen aan den Rijn. Terwijl kinderen bommetjes maken, ouderen hun gewrichten soepel houden en families hun zaterdagen vullen met waterpret, wordt er in het stadhuis koortsachtig gerekend aan de vraag: hoe krijgen we dit zwembad zo goedkoop mogelijk richting afgrond?
Zwembad De Hoorn — 27 jaar oud, geliefd, drukbezocht — bungelt aan een zijden draadje. Niet omdat het slecht loopt, niet omdat mensen het niet waarderen, maar omdat er ergens op een spreadsheet een getal staat dat een ambtenaar niet bevalt. 6 ton onderhoud? Foetsie. Schrappen. Wegstrepen. Probleem opgelost, toch?
Het is een soort politieke goocheltruc:
Als je stopt met onderhouden, hoef je ook niet meer op te knappen.
Briljant! De ultieme manier om een voorziening dood te laten bloeden zonder dat iemand je van een sluitingsplan kan beschuldigen.
Raadslid Ernst-Jan Straver ziet dat ook. Hij roept dat het een probleem wordt, want zonder onderhoud gaat zo’n zwembad… tja, kapot. Dat heet realisme. Maar Wethouder Gert-Jan Schotanus heeft een andere strategie: nevel, mist, rookgordijnen en geruststellende woorden die zo zacht zijn dat ze elke alarmbel dempen.
“Zwembad De Hoorn blijft open,” zegt hij. En even adem je opgelucht. Tot je hoort wat hij daarna toevoegt: dat er minder onderhoud nodig is als er straks een nieuw bad of een vitaliteitscentrum komt.
Wacht even.
Dus het plan is: nu niet onderhouden, want misschien bouwen we later iets nieuws.
Een soort politieke loterij waarbij inwoners het winnende ticket moeten kopen met hun geduld én hun voorzieningen.
En ondertussen vragen mensen als Astrid en Dage zich af of ze straks naar Bodegraven moeten rijden om een uurtje te zwemmen in een bad dat “niks is.” Deze vrouwen zijn geen beleidsmakers, geen rekenspecialisten, gewoon inwoners — maar ze snappen het wel: een gemeente laat iets waardevols kapotgaan.
En dan het paradepaardje: het “vitaliteitscentrum.”
Altijd handig om een woord te hebben dat zo wollig is dat niemand precies weet wat het betekent.
Vitaliteit. Gezondheid. Preventie. Sportaanbod. Klinkt fantastisch.
Tot je beseft dat er geen énkele euro voor in de begroting staat.
Een visie zonder geld is als een zwembad zonder water.
Je kunt erin springen, maar de landing wordt pijnlijk.
Laten we eerlijk zijn: dit is geen visie. Dit is vertragingstactiek. Dit is hopen dat niemand te hard doorvraagt tot de verkiezingen voorbij zijn. Dit is politiek management van de categorie: we kijken wel hoe lang het nog blijft drijven.
De inwoners weten het al lang: als De Hoorn verdwijnt, verliezen we meer dan een zwembad.
We verliezen een ontmoetingsplek, een stukje gemeenschap, een plek waar jeugd leert zwemmen en waar ouderen spieren soepel houden. Je verliest gezondheid, veiligheid, saamhorigheid.
Maar hé — wél 6 ton “bespaard.”
Als dit het niveau is van toekomstbestendig beleid, dan stel ik voor dat het stadhuis zelf ook eens op onderhoud wordt getoetst. Misschien kunnen we daar ook wel 6 ton wegstrepen.