Column: Voorbereid zijn of bangmakerij?
Foto: Denk Vooruit
Er wordt ons voortdurend ingefluisterd dat we voorbereid moeten zijn. Dat stroom, water en internet zomaar kunnen verdwijnen door een storm, een storing of erger – en dat wij, brave burgers, daar klaar voor moeten staan. Een noodpakket hier, een noodplan daar. “Doe het nu, anders ben je straks de pineut,” klinkt het bijna als een mantra.
Maar laten we even eerlijk zijn: is dit echt verstandig voorlichting, of gewoon slimme bangmakerij? Natuurlijk is het belangrijk om voorbereid te zijn op noodgevallen, maar de toon van veel van dit soort campagnes is paniekzaaiend. Het suggereert dat het normale leven elk moment kan instorten, dat elke regenbui of stroomstoring het begin van een ramp kan zijn. Dat werkt angst in de hand, terwijl we juist kalm en rationeel zouden moeten blijven.
Natuurlijk, een beetje gezond verstand en een klein noodpakket is geen overbodige luxe. Maar het idee dat je als burger persoonlijk verantwoordelijk wordt gemaakt voor scenario’s als oorlog of extreem weer, terwijl de overheid en hulpdiensten er zijn om ons te beschermen? Dat is schromelijk overdreven. Het legt de last van angst en paraatheid volledig bij het individu – alsof wij in ons eentje een samenleving moeten redden.
Vooruitdenken is slim, paniek zaaien niet. Het verschil tussen voorbereiden en bang maken is dun, maar cruciaal. Laten we ons verstand gebruiken, niet onze angsten. Een samenleving die wél tegen een stootje kan, bouw je niet door te dreigen met rampen, maar door samen te werken en realistisch te plannen.
Dus ja, pak dat noodpakket, maar doe het met je hoofd koel en je ogen open. Laat je niet voor de gek houden door de constante stroom van ‘wat-als’-angstporno. Voorbereiden is slim, bangmakerij is dat niet.
